Rani Elias (40) en Karoun Baghboudarian (38) speelden trompet en cello op het hoogste niveau in Syrië totdat de oorlog een einde aan alle goede dingen maakte. Het echtpaar studeert nu samen aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen en kan nu dankzij het UAF samen met hun zoontje (4) een nieuwe toekomst opbouwen.
Foto: Venus Veldhoen
Ze behoren tot de eerste generatie van Syriërs die van klassieke muziek konden leven. Rani, trompettist, en Karoun, celliste, leerden elkaar eind jaren negentig kennen op het conservatorium van Damascus, de eerste in de geschiedenis van Syrië. Ze studeerden samen af en speelden daarna samen in het Nationale Symfonieorkest van Syrië. Omdat ze bij het nationaal orkest speelden, behoorden ze tot de zogenaamde elite van Syrië. Ze hadden een goed en comfortabel leven, waren veel op reis en waren succesvol in wat ze deden.
Karoun en Rani: ‘Muziek is een manier om te communiceren’
Dikke jassen
Als de oorlog uitbreekt, verandert hun goede imago al snel. Dirigenten worden
vervangen door ‘vrienden’ van het regime en tijdens optredens worden Rani,
Karoun en hun collega’s steeds vaker gedwongen om patriottische nummers en
militaire marsmuziek ten gehore te brengen. Veel Syriërs verdenken de leden van
het Nationaal Symfonieorkest al snel van het uitdragen van staatspropaganda. En
nog erger: van het negeren van de oorlogsellende. Er vallen dagelijks doden en
het orkest speelt ‘vrolijk’ door. Aan de andere kant waren daar de
moslimextremisten als IS die het orkest en alles wat zij maakte of waar zij
voor stond als ‘haram’ (onrein) bestempelde. Eind 2014 wordt de situatie steeds
moeilijker. Omdat er al tijden geen elektriciteit is of gas, repeteren de
muzikanten met dikke jassen aan in het kapot geschoten Opera House terwijl
buiten de bommen vallen. Rani: ‘We moesten wel, anders zouden we ook geen
inkomen meer hebben.’
Tank
Omdat ze hun huis net buiten Damascus hebben moeten verlaten, is het echtpaar
inmiddels ingetrokken bij de ouders van Karoun in waar ze net een zoon hebben
gekregen: Nishan. In de wijk in Damascus waar ze dan wonen, wordt zo hard
gevochten dat ze wekenlang hun huis niet uit kunnen. Karoun: ‘Achter ons huis
stond een tank. We konden geen kant op.’
Karoun en Rani besluiten te vluchten. Voor hun eigen toekomst, maar vooral voor die van Nishan: ‘Hij is nu de belangrijkste persoon in ons leven, hij is onze toekomst. Hij heeft het recht op een normaal leven.’ De eindbestemming wordt Nederland. Rani’s moeder en broer wonen er al jaren in Marum, een klein Gronings dorp. In september 2015 reist het echtpaar samen met de dan tweejarige Nishan in een vrachtwagen van de Syrisch-Turkse grens naar Noord-Nederland.
Muziek verbindt
Hun instrumenten spelen in die eerste maanden in Nederland meteen een grote
rol. Rani: ‘Omdat we nog geen Nederlands spraken, konden we met ons instrument
beter spreken dan met onze tong.’
Karoun vult aan: ‘Muziek is voor ons een manier om te communiceren met mensen. Toen we hier net waren, merkten we dat Nederlanders het spannend vonden wie we waren; buitenlanders uit een oorlogsgebied. Ik voelde een grote afstand en vond het erg moeilijk dat ik me niet kon uitdrukken. Op het moment dat we muziek begonnen te spelen, veranderde alles. Er was geen verschil meer tussen mij en hen; we speelden dezelfde muziek. Zo ontstond er een band zonder dat we een woord wisselden met elkaar.’ Rani vertelt dat de trompet ook een manier is om spanning kwijt te raken: ‘Ik kan de stress letterlijk van me afblazen, als een ventiel dat af en toe even wat druk kwijt moet.’
Geen vluchtelingenstatus
In Nederland blijkt dat in hun paspoorten -die ze een half jaar eerder hebben
moeten afgeven aan een reisagent- een visum voor Letland is opgenomen. De
Nederlandse staat ziet Karoun en Rani daarom niet als vluchtelingen en
ondersteunt hen niet op het gebied van huisvesting, studie en inkomen.
Wel kregen ze in oktober 2016 een verblijfsvergunning met als verblijfsdoel ‘arbeid als zelfstandige’. Karoun: ‘Dit houdt in dat wij onszelf moeten redden in een nieuw land.’ Dat gaat het echtpaar tot nu toe goed af. Zo volgen ze sinds vorig jaar een Master of Music opleiding op het Prins Claus Conservatorium (Hanze University) in Groningen waar Karoun de master Instrumental learning and teaching volgt en Rani de richting Klassieke muziek. Hier specialiseert hij zich als christelijke Assyriër, de etnische minderheid waartoe hij behoort, in oriëntaalse muziek.
Verrassing
Het collegegeld van het eerste studiejaar konden ze betalen met behulp van een
beurs vanuit het Holland Scholarship Programme, bestemd voor internationale
studenten buiten Europa die willen studeren in Nederland en die nog nooit
eerder een studie hebben gevolgd in Nederland. De rest van het studiegeld
betaalden ze zelf met het inkomen van Karoun als zelfstandig muzikant.
Huisvesting losten ze ook zelf op; afwisselend woont het gezin bij de broer en
moeder van Rani.
Het tweede studiejaar hebben ze geen recht meer op het Holland Scholarship, maar ondersteunt het UAF hen. Een enorme verrassing, vertelt Karoun: ‘Omdat we officieel geen vluchtelingen zijn, was het heel spannend, maar dat zijn we natuurlijk wel. Zonder het UAF kunnen we onze studie niet afmaken. En om ons leven en dat van onze zoon op te kunnen bouwen in Nederland is het essentieel dat wij onze studie afmaken. Dankzij het UAF kunnen we nu heel hard werken om weer succesvolle muzikanten te worden. Zo hopen we snel een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij.’
Paradijs
Rani herinnert zich het eerste contact met het UAF: ‘Het was alsof we in het
paradijs waren. Het was de eerste keer in Nederland dat er iemand aan ons
vroeg: wat heb je nodig? Dat was ongelofelijk.’ Karoun waardeert niet alleen de
financiële hulp, maar ook de begeleiding bij praktische zaken: ‘Het UAF
vertelde ons waar we een goede taalcursus konden vinden en helpt ons met het
vinden van werk.’
De oorlog zal voor altijd bij ze blijven, of ze nou willen of niet, vertelt Karoun: ‘Zoiets kan je niet vergeten, dat zit voor altijd in ons lijf.’ Ze zien bij hun zoon dat hij de oorlog kwijt is: ‘Dat hij alles vergeten is, is aan de ene kant heel fijn, maar ook moeilijk: hij weet ook niet meer wie mijn ouders zijn. Hij is ook de goede dingen van Syrië kwijt.’ Ze zien het plezier in muziek gelukkig ook terug bij hun zoon, vertelt Rani: ‘Hij zingt veel, houdt van dans en af en toe speelt hij een beetje piano. We zien dat hij er vrolijk van wordt.’ Ze kijken er allebei naar uit om weer als professioneel muzikant aan het werk te gaan: ‘Nog een jaar en dan kunnen we weer verder met ons leven.’
Bron: UAF – Studie en werk voor hoger opgeleide vluchtelingen
Website: www.uaf.nl